Water is meestal niet het eerste waar je aan denkt bij een kleine tuin. Toch is het heel goed mogelijk ‘iets’ met water te doen, ook in de kleinste tuintjes.
Water brengt leven in de tuin, letterlijk en figuurlijk. Een klein poeltje zal al kikkers, salamanders en allerlei kleine waterdiertjes aantrekken en vogels een drinkgelegenheid bieden. Het gekabbel van water dat uit een molensteen borrelt, of het geklater van een fonteintje, is heerlijk rustgevend en dempt ongewenste geluiden uit de omgeving. Door het spiegelende oppervlak van een vijver lijkt de tuin groter en lichter. Het is prachtig om te zien hoe de zon op het water schijnt en hoe windvlagen het laten rimpelen.
Omdat vijvers een gevoel van ruimte oproepen, vergelijkbaar met een gazon of bestrating, zijn ze ook geschikt voor wat kleinere tuinen. De plaats van de vijver moet zorgvuldig gekozen worden. Om echt te kunnen genieten van een vijver moet er een zitplek naast zijn, en het liefst is hij natuurlijk ook goed zichtbaar vanuit het huis. Om een natuurlijk evenwicht in de vijver te krijgen moet op een aantal dingen gelet worden. De vijver moet een zonnige plek krijgen, met ongeveer zeven uur zon per dag. Er moet genoeg licht en warmte zijn voor een gezond dieren- en plantenleven. Maar het water moet ook niet te warm worden, daarom moeten er waterplanten in die weer een deel van het oppervlak bedekken, hoogstens twee derde. Om het water helder te houden, moeten er altijd zuurstofplanten in. Deze worden in bosjes verkocht en drijven onder water. Voor een m2 water zijn 5 bosjes nodig. Een goede diepte voor een vijver met planten is 60 tot 70 cm. Meestal worden vijvers van vijverfolie gemaakt of met een voorgevormde kunststof bak. In beide gevallen is het van belang de randen goed te camoufleren met stenen of door er planten overheen te laten groeien.
Voor wie wel iets met water wil, maar niet meteen een vijver, is er een enorme keus aan waterelementen. Er is veel lelijks te koop, maar een eenvoudige molensteen of bol kan een mooie blikvanger zijn. Hiervoor wordt een plastic kuip ingegraven in de grond en gevuld met water. De kuip wordt afgedekt met een rooster of deksel, waarop het waterelement komt te staan. Het deksel wordt verder bedekt met grind en/of keien en een pompje zorgt voor de circulatie van het water. Zo’n element kan zowel in de verharding als tussen de beplanting worden geplaatst en neemt maar weinig ruimte in beslag. Dergelijke waterelementen zijn ideaal als er kleine kinderen zijn: het is volkomen veilig en bij een vrij gelegen steen of bol kunnen ze lekker met water kliederen op een warme dag.
Nog minder ruimte is er nodig als er een waterspuwer aan een muurtje bevestigd kan worden. Voorwaarde is dan wel dat daar echt een geschikte plek voor is. Bij een dergelijk element komt er een straaltje water uit bijvoorbeeld een kikkerkop dat dan wordt opgevangen in een schaal eronder. Hier is ook een pompje voor nodig.
Bij de aanleg van vijvers en waterelementen komt natuurlijk heel wat kijken. Maar ook een minivijvertje in een oude zinken teil of halve waterton kan al veel plezier geven. Zelfs het spiegelende wateroppervlak van een vogeldrinkschaal verlevendigt de tuin. Daarvoor moet in elke tuin, hoe klein ook, een plekje te vinden zijn.