Siergrassen

Lampepoetsergras

Lange tijd was het enige siergras dat je nog wel eens zag in tuinen een grote pol pampasgras, meestal midden op een grasveld. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is daar verandering in gekomen. Piet Oudolf was een van degenen die op zoek gingen naar een meer natuurlijke, lossere manier van beplanten en zo de siergrassen ontdekte. In zijn tuinen combineert hij sterke vaste planten met grassen, waarbij vorm en structuur belangrijker zijn dan kleur. De grassen met hun beweeglijke, subtiele bloemaren weven zich tussen de vaste planten en vormen rustpunten in de border. Sindsdien is het gebruik van siergrassen langzaam gewoon geworden.

Er zijn zo veel verschillende soorten grassen dat er voor elk plekje in de tuin wel een geschikt gras te vinden is. Ze variëren in hoogte van 10 cm tot 2,5 m. De lage soorten zijn geschikt als randplant, de hele hoge als solitair. Grassen zijn er ook in allerlei tinten en sommige krijgen mooie herfstkleuren. En daarna is het nog niet afgelopen. De grassen verkleuren naar strogeel en bruin en de uitgebloeide bloeipluimen blijven nog de hele winter aanwezig in de tuin. Vooral met sneeuw en rijp een prachtig gezicht.
En dan zijn ze ook nog eens heel sterk en makkelijk. Ze kennen geen ziektes en hebben nauwelijks onderhoud nodig. In het vroege voorjaar, februari of maart, worden de afgestorven grassen kort afgeknipt. De groenblijvende soorten hoeven alleen maar een beetje gefatsoeneerd te worden. Het enige nadeel is dat het na het afknippen even duurt voordat
ze weer helemaal terug zijn. Je zit dan tijdelijk met wat gaten in de border. Maar dit is op te lossen door er bollen vlak naast te planten, en vroeg bloeiende vaste planten waarvan het blad na de bloei weer verdwijnt of lelijk wordt, zoals oosterse papaver, voorjaarszonnebloem of gebroken hartje.

Een mooi gras voor een (droog) hoekje in de zon is het lampenpoetsersgras. Het heeft een overhangende groeiwijze, als een bol, en mooie borstelige pluimen in het najaar. Dit is het meest bekende siergras, dat in tuincentra volop wordt aangeboden als hij in bloei staat. Kom niet in de verleiding om er dan een te kopen, want de kans is groot dat hij de winter niet doorkomt. De beste planttijd voor grassen is in het voorjaar. Bij planten in het najaar vormen ze niet meer genoeg wortels om de winter door te komen en rotten ze vaak weg.
Panicum virgatum, het vingergras, groeit rechter en hoger, en kent verschillende soorten met mooie kleuren, met blauw-grijs blad of rood aangelopen bladpunten. In de loop van de zomer kleuren deze steeds roder. Ze hebben allemaal mooie herfstkleuren. Het diamantgras, Calamagrositis brachytricha, is een prachtig gras met grote wittige bloempluimen waar bij vochtig weer waterdruppeltjes in schitteren.
Luzula nivea en Carex plantaginea zijn laagblijvende grassen, tot ongeveer 40 cm, die het ook nog goed doen op een droge schaduwplek. Ze blijven allebei groen in de winter, net zoals Carex morrowii ‘Variegata’, een subtiel gestreept gras, voor wie van bont blad houdt. Ook mooi voor in de schaduw is Millium effusum ‘Aureum’, het bosgierstgras. In het voorjaar loopt het geel uit en laat het donkere plekjes oplichten. Voor een vochtige of natte plek bij een vijver zijn Carex elata ‘Aurea’ en Carex muskingumensis heel mooi.

Dit zijn maar een paar voorbeelden van grassen die geschikt zijn voor in de border. In een goed tuincentrum zijn er nog veel meer te vinden en het is nu de tijd om ze te planten!