April: de vaste planten in de tuin komen weer te voorschijn. Heesters beginnen voorzichtig uit te lopen. Het tuinseizoen begint weer! De tuincentra staan vol met bontgekleurde perkplanten. Massaal worden ze aangekocht om potten en bakken mee te vullen.
Het woord ‘perkplant’ stamt nog uit de negentiende eeuw, van voor het ontstaan van de vaste plantenborder. Bloemperken werden elk jaar opnieuw beplant met exotische kasplantjes, het liefst felgekleurd en in symmetrische patronen. Nog steeds bestaat het assortiment perkplanten uit laagblijvende eenjarige planten, hoewel er gelukkig veel meer te koop is dan vuurrode salvia en knaloranje afrikaan. Het zijn dankbare planten omdat ze weinig verzorging vragen en eindeloos doorbloeien.
Eenjarigen zijn planten die in één seizoen hun levenscyclus voltooien: ze kiemen, groeien, gaan bloeien, vormen zaad en sterven. Of ze zijn afkomstig uit warmere streken en gaan dood in onze winters. Dan worden ze hier gebruikt als eenjarige planten. De meesten verlangen een plekje in de volle zon, maar een aantal verdraagt schaduw. Behalve de lage zogenaamde perkplanten zijn er veel prachtige soorten die (veel) hoger worden en uitstekend in de border passen. Ze zijn ideaal om (tijdelijk) gaten op te vullen en om de vaste plantenborder wat speelser te maken. Veel eenjarigen zaaien zich uit en komen elk jaar op andere plekjes terug. Zo weven ze zich door de overblijvende planten heen.
Door in het voorjaar zorgvuldig te wieden wordt beslist welke zaailingen mogen blijven, en welke weg moeten. De hogere soorten zijn zelden of nooit in het tuincentrum te koop, maar ze zijn heel gemakkelijk zelf te zaaien. Een pakje zaad is niet zo duur, wat het mogelijk maakt om elk jaar met weer eens wat andere soorten te experimenteren.
Eén van mijn favorieten is Verbena bonariensis, ijzerhard. Ongeveer anderhalve meter hoog, met een luchtige groeiwijze waardoor hij zelfs vooraan in de border kan staan. De paarse bloemschermpjes trekken veel vlinders en bijen aan. Deze Verbena wordt altijd beschouwd als een eenjarige plant, maar in zachte winters blijft hij vaak over. Ook mooi om door de border te strooien zijn dille, papavers en roodbladige melde. Onmisbaar is de siertabak. Ik kan niet zonder Nicotiana alata ‘Grandiflora’. Deze wordt, anders dan de ‘perkplantjestabak’ ongeveer een meter hoog. De witte pijpvormige hangende bloemen gaan pas ’s avonds open en verspreiden dan een heerlijke geur. Nog hoger, op rijke grond wel tot twee meter, wordt Nicotiana sylvestris. De eveneens witte pijpbloemen zitten verzameld in trossen en ruiken net zo lekker. Deze Nicotiana vraagt veel ruimte want het frisgroene blad kan wel zestig centimeter lang worden! Heel subtiel is Nicotiana langsdorffii, met kleine groene klokjes. Alle Nicotiana’s verdragen schaduw. Ook knalrood maar wel heel mooi is Salvia coccinea. Dit is een luchtige plant, ongeveer zeventig centimeter hoog, waarbij het rood geblust wordt door voldoende groen. Een andere mooie salvia is Salvia farinacea, met blauwe bloemen en blauwpaarse stengels. Ook allerlei ouderwetse planten, zoals oostindische kers, slaapmutsje en vlijtig liesje blijven waardevol. Een stel witte vlijtige liezen in een pot kan een donker hoekje van de tuin de hele zomer laten oplichten.
Er zijn ook tal van eenjarige klimplanten die zeer de moeite waard zijn. Lathyrus odoratus is onmisbaar om z’n heerlijke geur. Als de bloemen regelmatig geplukt worden blijft hij de hele zomer doorbloeien. Cobea scandens kan tot drie meter hoog worden en bloeit met grote blauwe klokken. Met warm weer veel water geven, anders laat hij zijn blad vallen. Vorig jaar zaaide ik voor het eerst Rhodochiton atrosanguineum. Uit donkerroze klokjes zakken langzaam zwartpaarse bloemetjes naar beneden, met, als ze zich eindelijk openen, spierwitte meeldraden. De bloemetjes vallen af, maar de klokjes blijven hangen. Schitterend.
Nu snel gaan zaaien en er ligt weer een geurige en kleurige zomer in het verschiet!