Klaprozen

De Oosterse papaver is geen ideale tuinplant, laat dat maar meteen duidelijk zijn. Maar het is wel een van de spectaculairste bloemen die je in de tuin kunt hebben. Vandaar hier toch een klein pleidooi voor deze klaproos.

Papaver orientale is een vaste plant, afkomstig uit Oost- Azië. Ze groeien daar onder warme, droge omstandigheden. In de tuin hebben ze dus ook een zonnig plekje nodig en luchtige, goed doorlatende grond. Onder deze omstandigheden zijn ze volkomen winterhard. Ze hebben penwortels die diep de grond in gaan op zoek naar water. Daardoor zijn ze niet makkelijk te verplaatsen en stukjes wortel die in de grond achterblijven, lopen gewoon weer uit. Het behaarde, geveerde blad staat in rozetten, waaruit de bloemstengels omhoog komen. De knoppen hangen gebogen, tot ze bijna uitkomen. Als ze rechtop staan weet je dat ze de volgende ochtend vroeg open zullen gaan. Eerst zie je de knoppen in tweeën scheuren en een eerste glimpje kleur. Langzaam barst er dan een verkreukelde bloemprop uit de kelkbladen, die zich langzaam uitvouwt tot een grote, satijnen, schotelvormige bloem. Vaak zitten er in het midden van de bloembladen, bij het hart, zwarte vlekken, altijd hebben ze een grote bos donkere meeldraden die mooi afsteken tegen de heldere bloemkleuren. Een bloem kan wel 10 tot 15 cm groot zijn. Bijen komen er graag stuifmeel halen. Na de bloei blijft er een prachtige zaaddoos over.

Maar wat is dan eigenlijk het probleem met deze plant? Helaas, hij bloeit maar kort, zo’n week of vier, waarna het blad afsterft en een akelig gat achterlaat in de border. In zijn gebied van oorsprong beschermt hij zich zo tegen de droogte. In het najaar, als het natter wordt, loopt het blad weer uit en blijft in de winter aanwezig. Voor zo’n gat moet natuurlijk wel een oplossing worden gevonden. De klaproos kan gecombineerd worden met vaste planten die zich later ontwikkelen en de kale plek kunnen camoufleren. Zet ze in elk geval wat meer naar achteren in de border, zodat er andere planten voor kunnen staan. Klassiek is de combinatie van klaproos en gipskruid. Geraniums met lange stengels, zoals ‘Rozanne’ en ‘Anne Thompson’ zijn ook goed om kale plekken aan het zicht te onttrekken. Een andere mogelijkheid is om er potten met eenjarigen of dahlia’s voor te zetten. Zorg er wel voor dat het nieuwe blad in het najaar weer de ruimte krijgt. Voor elke smaak is wel een papaver te vinden: ze zijn er in subtiele, zachte kleuren roze en wit, maar ook in knalrood en oranje.

Papaver orientale heeft niets te maken met opium of maanzaad, daarvoor moeten we bij een familielid zijn, Papaver somniferum, de slaapbol. Dit is een eenjarige klaproos die je zelf zult moeten zaaien maar die ook heel leuk is. Als je hem eenmaal hebt, raak je hem niet gauw meer kwijt. De slaapbol heeft glad, grijsblauw blad en de bloemen zijn net zo mooi als die van de Oosterse papaver. De oersoort is lila, met donkere vlekken, maar er zijn veel andere mooie kleuren. Heel speciaal is ‘Black Paeony’ met een diep donkerrode, bijna zwarte, gevulde bloem. Het zaad is rijk aan olie, waardoor het lang in de grond bewaard kan blijven. Behalve dat het zaad gebruikt wordt in brood en gebak, wordt er dan ook olie uit gewonnen. Van het melksap werd al in 4000 v. Chr. opium gemaakt door de Sumeriërs die de pijnstillende en verdovende werking er van ontdekten. Sindsdien is deze papaver altijd in cultuur geweest. ‘Somniferum’ betekent ‘slaapbrengend’, en papaver komt van het Keltische woord ‘pappa’ of ‘papapap’, wat ‘kinderpap’ betekent. Vroeger kregen de kindertjes vaak een beetje sap van de slaapbol in de pap zodat ze lekker konden slapen. Het zal duidelijk zijn dat niet alle kindertjes ook weer wakker zijn geworden. Gelukkig is ons klimaat niet geschikt voor de productie van opium, dus je kunt de plant veilig in de tuin zetten.