Hydrangea

Een heester die je veel ziet in voortuinen in onze wijk is de bolhortensia. Misschien een beetje ouderwets, maar nog steeds geliefd en goed passend bij de dertiger jaren sfeer. Behalve de bolhortensia, Hydrangea macrophylla, zijn er nog ongeveer tachtig andere soorten bekend. Ze komen oorspronkelijk voor in Oost- en Zuidoost-Azië, het zuidoosten van Noord-Amerika en in het Andesgebergte. Op verschillende plekken zijn fossiele resten van Hydrangea’s gevonden, dus het is een oeroude plant. In China en vooral in Japan worden hortensia’s al eeuwenlang gekweekt. Pas in de tweede helft van de achttiende eeuw werden de eerste Hydrangea’s door plantenverzamelaars mee naar Europa genomen. Aan het einde van de negentiende eeuw was de hortensia een exotische modeplant, die alleen als oranjerieplant werd gehouden, een plant voor de rijken. Tot men ontdekte dat hij toch redelijk winterhard was. Vanaf de jaren dertig kwamen er steeds meer cultivars op de markt en werd de Hydrangea een populaire tuinplant. De naam komt uit het Grieks en betekent ‘watervat’. De Franse botanicus Philibert Commerson (1717- 1773) gaf de Hydrangea de naam Hortense. Hij vergezelde tussen 1766 en 1769 de ontdekkingsreiziger Bougainville op een expeditie naar China. Op die reis verzamelde hij meer dan 150 plantensoorten en een daarvan noemde hij naar Hortense. Om welke Hortense het gaat is echter niet duidelijk. Volgens sommigen is het zijn maîtresse Hortense Baret die verkleed als bediende met hem meereisde. Volgens anderen gaat het om Hortense Lapeaute, de vrouw van een horlogemaker en astronoom die ook aan de expeditie deelnam.

De bolhortensia staat het liefst in de halfschaduw, in vochthoudende, licht zure grond. De bloemknoppen worden al voor de winter aangelegd en kunnen bevriezen bij strenge vorst. Ter bescherming is het beter om de uitgebloeide bloemen pas in het voorjaar af te knippen, net boven de nieuwe sterke knoppen. De bloemen blijven lang mooi en veranderen langzaam in kleine kantwerkjes. Naast de soorten met de bolle bloemen, zijn er ook soorten met afgeplatte bloemschermen, de zogenaamde ‘lacecaps’ of Tellerhybriden. In het midden zitten de kleine echte bloemen met daaromheen een rand van steriele lokbloemen. De kleur van de bloemen hangt samen met de zuurgraad van de grond: op zure grond kleuren ze blauw, op kalkrijke grond roze. Een bijzondere vorm van H. macrophylla is ‘Ayesha’. De bloempjes in de bolle bloeiwijzen lijken op die van de sering en geuren licht.
Hydrangea serrata is een randbloeier die iets beter winterhard is dan H. macrophylla. Bloem en blad blijven doorgaans wat kleiner. De snoei bij deze soorten bestaat alleen uit het elk jaar helemaal verwijderen van de drie oudste takken. Bij het inkorten van de twijgen knip je de bloemknoppen eruit! Voor een zonnig plekje in de tuin zijn H. arborescens en paniculata de aangewezen soorten. De overbekende H. arb. ‘Annabelle’ heeft grote bolle bloemen die langzaam van groen naar wit verkleuren maar nooit roze worden bij het verbloeien. Daarom is hij mooi te combineren met gele, oranje en rode bloemen. Als je ‘Annabelle’ in het voorjaar terugsnoeit, krijg je enorme bloemen die vroeg of laat treurig naar beneden gaan hangen omdat hun gewicht te zwaar wordt voor de dunne stengels. Als je haar niet snoeit, krijgt ze meer, maar kleinere bloemen en blijft ze beter overeind. H. arb. ‘White Dome’ heeft meer afgeplatte bloemschermen op steviger stengels. H. paniculata heeft meestal witte pluimvormige bloemen die naar roze verkleuren, maar er zijn ook een paar roze cultivars.

Het blad van de hortensia is niet zijn sterkste punt, hoewel sommige soorten wel mooi kunnen verkleuren in de herfst. H. m. ‘Altona’ en ‘Hamburg’ kleuren prachtig rood in de herfst, evenals H. s. Grayswood. Om ook echt mooie herfstkleuren te krijgen moeten ze zonnig staan op goed vochthoudende grond. Er zijn een paar soorten die wel bijzonder mooi blad hebben. Hydrangea aspera subsp. sargentiana kan drie meter hoog worden en heeft heel groot donkergroen fluwelig blad. De bloemen zijn ook groot, plat en lila. Hij heeft graag een beschut plaatsje in de schaduw en mag niet uitdrogen.
Een andere mooie bladplant is H. quercifolia. Zoals de naam al zegt, lijkt het blad op grote stevige eikebladeren. Bij het uitlopen is het grijsgroen en in het najaar kleurt het prachtig donkerrood. Het blad blijft lang hangen en ook de kaneelkleurige schilferende takken zijn mooi om te zien in de winter. Hij bloeit met witte pluimen. H. involucrata ‘Hortensis’ ten slotte, heeft langwerpig behaard blad en zachtroze gevulde bloemen. Een mooie kleine heester die goed past in een border tussen vaste planten.
Met zo veel verschillende soorten om uit te kiezen mag een hortensia eigenlijk in geen enkele tuin ontbreken.