Het dak van de tuin

Koelreuteria paniculata

Een tuin, en zeker een stadstuin, is altijd een besloten ruimte. Ons woord ’tuin’ komt van het middeleeuwse tuun, wat ‘omheining’ betekent. Huizen, schuttingen, hagen, schuren en de grond bepalen de grenzen van de tuin. Binnen deze grenzen voelen we ons veilig. Maar om je werkelijk geborgen te kunnen voelen heeft de tuin ook een ‘dak’ nodig. Ook in de hoogte moet er ergens een begrenzing zijn. Dit kan bereikt worden door een boom te planten of een pergola te plaatsen.

Pergola’s zijn oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Begroeid met druiven zorgen ze daar voor prettige zitplekken in de schaduw. Ook in onze tuinen kunnen pergola’s goed gebruikt worden om een terras te overkappen en zo de zitplek een plafond te geven. Pergola’s of colonnades (een enkele rij palen met een ligger erop) dienen ook om verschillende tuindelen met elkaar te verbinden, of om de overgang van het ene tuindeel naar het andere te markeren. In een lange smalle tuin kan een in de breedte geplaatste pergola of colonnade de lengte van de tuin doorbreken. Als de constructie stevig genoeg is kan er ook nog een schommel aan worden gehangen. Plaats een pergola nooit zomaar ergens in de tuin: er moet altijd een verband zijn met het huis of eventueel de schuur. Een mooie hoogte voor een pergola is 2,5 meter. De hoogte van de tuin wordt er door begrensd, maar zonder dat het een benauwd gevoel geeft: je kan er ruim onder door kijken en makkelijk onder door lopen. Die hoogte is ook nodig omdat door de begroeiing het geheel een stuk lager zal worden. Een bloeiende blauwe regen scheelt al gauw een halve meter! En ook dat is een goede reden om een pergola te plaatsen in de tuin: ruimte voor klimmers en dus meer groen en bloemen in de tuin.

Een eenvoudiger en goedkopere oplossing is het planten van een boom. Er zijn tal van bomen die ook geschikt zijn voor een kleine tuin en die de tuin een mooi dak kunnen geven. De volgende bomen hebben allemaal een brede, maar niet te dichte kroon. De meeste soorten sierkersen en -appels worden niet al te groot en bloeien uitbundig in het voorjaar. Een mooie kers is bijvoorbeeld de vroegbloeiende witte Prunus x yedoensis. Malus ‘Evereste’ heeft rosewitte bloesem en in het najaar oranjerode appeltjes die lang blijven hangen. Het nadeel van deze bomen is dat het blad een beetje saai is. Gleditsia triacanthos ‘Elegantissima’ heeft frisgroen, fijn verdeeld blad, vergelijkbaar met dat van de bekende bolaccacia. Dit boompje heeft echter een mooiere vorm en hoeft niet elk jaar gesnoeid te worden. Ook heeft het geen last van takbreuk wat bij de bolaccacia nogal eens een probleem kan zijn. In de herfst kleurt het schitterend geel. Liquidambar formosana, de amberboom, heeft mooi puntig handvormig blad dat in het najaar schitterend verkleurt: paars, rood, oranje en geel in één boom! Een prachtige boom die je maar zelden ziet in tuinen maar waar heel veel aan te beleven is, is de Koelreuteria paniculata. Het grote geveerde blad loopt in het voorjaar roze uit. In de zomer bloeit hij met grote gele bloempluimen. De zaaddozen die daarna verschijnen lijken op lampionnetjes en kleuren langzaam rood. In het najaar wordt hij mooi geel. Een boom die een dakje moet vormen boven de tuin, moet liefst niet helemaal achterin de tuin geplant worden want dan is het effect veel minder. Plant hem ergens waar je eronder kan zitten, of waar je er onderdoor moet lopen. Als je vanuit het huis onder het bladerdak van een boom de tuin in kijkt, geeft dat diepte aan de tuin, de tuin lijkt groter. Ook maakt de afwisseling van zon en schaduw de tuin boeiender.