In mijn vorige stukje schreef ik over de problemen van de lange droge zomer. Dit keer wil ik het hebben over het tegenovergestelde: wat te doen met te veel water. Het klimaat wordt niet alleen warmer maar ook natter. Vooral korte maar hevige stortbuien zorgen voor overlast. Het riool kan die enorme hoeveelheden water niet verwerken waardoor het gaat overstromen en vervuild water in de natuur terecht komt. In steden kunnen tuinen een belangrijk rol spelen bij de opvang van regenwater.
De bodem
Het mooie is, dat veel van wat je kunt doen in je eigen tuin om water vast te houden, ook helpt tegen droogte en hittestress. Alles begint bij de bodem. Zowel bij droogte als bij nattigheid is een goede structuur van de de grond belangrijk. Houd de bodem gezond door elk najaar een laag compost op te brengen en afgevallen blad te laten liggen.
In een tuin met veel bestrating wordt het heel warm èn het water kan moeilijk weg, of verdwijnt rechtstreeks in het riool. In een tuin met weinig verharding en veel beplanting heerst een aangenamer klimaat en regenwater kan makkelijker opgenomen worden. Planten, heesters en vooral bomen onttrekken het water weer aan de bodem, waardoor het minder lang nat blijft. Helemaal zonder verharding gaat het natuurlijk niet. Op sommige plekken zou je een halfverharding kunnen nemen, zoals fijn grind. Dat laat water makkelijker door en als je het in een grindplaat legt, is het ook stevig om over te lopen. Je kunt ook spelen met de bestrating door ruimte tussen de voegen te laten en daar gras of kleine plantjes in te laten groeien. Of sla die oude stoeptegels kapot, leg een mozaiek van de omgekeerde brokken en beplant de kieren en gaten.
Water opvangen
Een regenton of een waterbank, een wateropvang waar je op kunt zitten, is heel eenvoudig te installeren. Ze zijn verkrijgbaar in alle mogelijke maten, modellen en kleuren, van de ouderwetse houten regenton, tot kleurig en modern. Bij een echte stortbui is een ton snel vol, dus is er een overstort nodig naar het riool. Tenzij we de regenpijp afkoppelen van het riool en al het water dat van het dak afkomt gaan verwerken in de eigen tuin. Dat kan onzichtbaar, door infiltratiekratjes in te graven onder de bestrating of beplanting. De holle ruimte van de kratjes stroomt vol met water, dat daarna langzaam weer afgegeven wordt aan de grond. Maar het is natuurlijk veel leuker om het water in de tuin zichtbaar te maken. Het verlevendigt de tuin en trekt veel diertjes aan. Vanaf de waterton of bank, of rechtstreeks vanaf de regenpijp, kun je het water door een open of gesloten goot naar een vijver leiden. Of naar een wadi: een lager gelegen deel van de tuin met gras of planten, waar het water tijdelijk opgeslagen kan worden. Een wadi is soms nat, maar kan ook een groot deel van het jaar droog staan. Planten zoals kattestaart, daglelie, Zeeuws knoopje en astilbe zijn goed bestand tegen deze omstandigheden. Het is wel van belang goed uit te rekenen hoeveel water er van het dak kan komen met zo’n stortbui, en of er genoeg ruimte is in de tuin voor de berging van al dat water. In een kleine tuin zal het niet altijd mogelijk zijn, tenzij er toch nog een overstort is naar het riool of een sloot. Ook de hoogte van de grondwaterstand en de doorlaatbaarheid van de bodem spelen hierbij een rol.
Een groen dak
Als je een stevig plat dak hebt, van bijkeuken of schuur, is het heel leuk om daar een groen dak van te maken. Dat kan met sedum, kleine vetplantjes, maar ook met een meer gevarieerde, wat hogere beplanting. Een begroeid dak isoleert tegen warmte en kou, is aantrekkelijk voor bijen en vlinders, en houdt veel water vast. Het water dat er toch nog afloopt, kan weer opgevangen worden in een ton of in de tuin.