De kunst van het water geven

Hopelijk komt dit stukje te laat en zijn onze tuinen weer een beetje bijgekomen van de lange droge zomer. Hoeven we niet meer met gieters te sjouwen. Terwijl ik dit schrijf zijn er er in elk geval weer wat buien gevallen, maar de verwachting is dat er meer van dit soort hittegolven gaan komen. Hoe helpen we de tuin zo’n zomer door?

Het begint met een goede inrichting en verzorging van de tuin. In een tuin met veel groen heerst een aangenamer klimaat dan in een tuin met veel bestrating. Planten geven verkoeling, terwijl stenen de warmte juist vasthouden. Zet de tuin dus lekker vol met planten en heesters, en liefst ook met een klein blijvende boom voor meer schaduw. Als er plekken zijn waar de bodem zichtbaar is, zou je een mulchlaag van gemaaid gras, cacaodoppen of iets dergelijks kunnen strooien, om verdamping tegen te gaan. Kale grond droogt snel uit in de zon, zeker als er ook nog een droge wind waait. Zorg voor voldoende humus in de grond door elk jaar een laag compost aan te brengen en afgevallen blad te laten liggen. Humus houdt vocht vast en zorgt ervoor dat de bodem minder snel uitdroogt.

En als er dan toch weer een hittegolf komt? Vroeg of laat zal er water moeten worden gegeven, maar hoe, wat en wanneer, dat is nog een hele kunst.
In principe hebben planten die al langer in de tuin staan geen water nodig. Zij hebben een flink wortelgestel gemaakt en gaan bij droogte zelf op zoek naar water door nog dieper te wortelen. Begin dus niet te snel met water geven, want dan maak je de planten lui. De wortels blijven aan de oppervlakte en de planten worden extra gevoelig voor droogte. Alleen planten die minder dan een jaar in de grond staan, moeten wel extra water krijgen omdat ze nog niet zoveel wortels hebben kunnen maken. Zelfs als een plant slap gaat hangen overdag, is dat nog niet direct reden tot paniek. De plant probeert zichzelf zo te beschermen tegen de felle zon. In de avond zal hij waarschijnlijk weer helemaal bijkomen. Als dat niet het geval is, of als een plant bruine of gele blaadjes krijgt, wordt het tijd om water te gaan geven. Doe dat dan heel gericht, met een gieter direct op de grond of door een tuinslang zonder sproeikop bij de plant te leggen. Geef één of twee keer in de week flink veel water. Elke dag een beetje heeft niet zo veel zin, want dat zal de wortels nauwelijks bereiken. Een vuistregel is dat er 20 liter water, dus twee grote volle gieters, nodig is om een vierkante meter grond tot 20 cm diep nat te maken. De hele tuin sproeien is een verspilling van water, omdat lang niet alle planten het nodig hebben. Sommige doen het juist heel goed in de warmte en droogte. Bovendien is het beter als de planten niet nat worden. Overdag kunnen ze verbranden in de zon, en planten die vochtig de nacht in gaan worden gevoeliger voor schimmelinfecties. En je maakt de slakken blij… Veel mensen zetten ‘s avonds een half uurtje de sproeier aan totdat de aarde weer mooi zwart is en er nat uitziet. Maar als je dan even met je vingers in de grond wroet zul je zien dat het water soms maar een millimeter diep is gekomen en dat de grond daaronder nog kurkdroog is.
Het beste tijdstip om water te geven is ’s ochtends vroeg of in de avond. Overdag gaat er veel water verloren door verdamping.
Maai grasveldjes niet te kort en laat het afgemaaide gras liggen. En wees gerust, ook een volkomen geel geworden gazon zal zich herstellen als het eenmaal weer gaat regenen.