Kweeperen

De afgelopen weken hebben in het teken gestaan van de kweepeer. Vorig jaar was de oogst mislukt door de extreem late nachtvorst, maar dit jaar heb ik kweeën in overvloed. De vruchten zijn groot, geel en geurig, maar tegelijkertijd ook keihard en zuur, niet om zo te eten. Pas door ze te koken krijgen ze een lekkere, frisse smaak. Inmiddels zijn ze verwerkt tot compote, gelei, membrillo en mostarda. Ook zijn de nodige kweeperen verdwenen in stoofpotten met lamsvlees.

De Latijnse naam voor kweepeer is Cydonia oblonga. Cydonia komt van ‘Kythania’, het tegenwoordige Chania op Kreta, waar de beste kweeperen vandaan zouden komen. Oorspronkelijk komt de kwee uit Perzië en Anatolië. In de negende eeuw voor Christus was hij al bekend in Griekenland. In de Griekse mythologie komen veel verhalen voor waarin sprake is van gouden appelen. Daarmee werden hoogstwaarschijnlijk kweeperen bedoeld. De kweepeer is een symbool van liefde en vruchtbaarheid. De Grieken waardeerden de vrucht niet alleen om zijn smaak, maar ook om zijn medicinale eigenschappen. Hippocrates, die leefde in de vijfde eeuw voor Christus, beveelt kweepeer aan als middel tegen buikloop en koorts. De Romeinen zorgden voor de verdere verspreiding van de kweepeer naar Noord-Europa. In de Middeleeuwen en tot in de zeventiende eeuw bleef de kwee populair. Daarna raakte hij langzaam op de achtergrond door de komst van meer zacht fruit, dat direct gegeten kon worden. De laatste tijd is de kwee weer in opkomst dank zij de vele Marokkaanse en Turkse winkels en de belangstelling voor oude, ‘vergeten’ gewassen. Er is zelfs een site, kweepeer.nl, waarop recepten te vinden zijn en tips en wetenswaardigheden worden uitgewisseld. Ook worden er kweeperen aangeboden door mensen die te veel hebben, soms voor niks, soms voor een klein bedrag of in ruil voor iets anders lekkers.

Mijn boom staat op de volkstuin, maar een kwee is ook heel geschikt als sierboompje in een kleine tuin. Het is een makkelijke boom, die groeit op bijna elke grondsoort en weinig last heeft van ziekten en plagen. Hij staat wel graag in de zon, of in de halfschaduw. Het blad is lichtgroen en verkleurt geel in de herfst. De takken zijn zwart en groeien nogal grillig. In mei verschijnen de grote witte of lichtroze bloemen. De vruchten rijpen in het najaar. Meestal zien ze eruit als een grote, beetje knobbelige peer, maar er zijn ook appelvormige kweeën. Aanvankelijk zijn ze groen, later kleuren ze prachtig goudgeel. Vaak zit er een donslaagje op de peren, dat er makkelijk met een doekje afgewreven kan worden. Van dat opwrijven gaan ze helemaal glanzen. Een schaal met wat van die vruchten is mooi om te zien en de hele kamer gaat er naar ruiken. Je kunt de kweeën ook, net als lavendel, gebruiken om tussen het linnengoed te leggen, voor een frisse geur. Afhankelijk van de soort, kleurt het witte vruchtvlees na het koken lichtroze, oranje of rood. Membrillo, waarbij de kweepeermoes zo ver wordt ingekookt dat je er plakjes van kan snijden en die in Spanje gegeten wordt met manchego, pittige schapenkaas, kan prachtig dieprood van kleur zijn.

Bij een goede fruitbomenkweker kun je kweepeerbomen krijgen in verschillende formaten. Ze zijn er als struik, halfstam en hoogstam, en in leivormen. Een hoogstam zal meestal niet veel hoger dan vier meter worden. Een leiboompje heeft alleen maar een zonnig stukje muur of schutting nodig. ‘Champion’ is een van de makkelijkste soorten om te kweken en ‘Portugal’ smaakt het beste. ‘Vranja’ heeft de grootste vruchten, die wel tot een kilo per stuk kunnen wegen. Maar of dat nu een aanbeveling is, weet ik niet. De harde vruchten vragen toch al de nodige kracht om ze in stukken te kunnen snijden. Kweeperen liggen nog wel een poosje in de winkel. Koop er eens paar, alleen al voor de geur en voor het mooi, geniet er een weekje van, zoek er een recept bij op kweepeer.nl, en als je ze dan ook nog lekker vindt, kun je deze winter nog je eigen boompje planten.